Unilin Luchtdicht Daksysteem

Met de steeds strengere eisen ten aanzien van energiezuinig bouwen (verlaging van de EPC) wordt luchtdicht bouwen een steeds belangrijker item. Door luchtdicht te bouwen kan verwarmde lucht niet meer door kieren naar buiten verdwijnen waardoor het energieverbruik verminderd wordt.

Eisen

Vanuit het Bouwbesluit wordt een minimale eis gesteld aan de luchtdichtheid van een gebouw (niet meer dan 200 dm3/s bij 10 Pascal). Naast deze eis geldt vanaf 1 januari 2015 een EPC eis van 0,4. Voor het maken van de EPC berekening is het noodzakelijk om een waarde voor de luchtdichtheid aan te houden. Om aan de gestelde EPC eis van 0,4 te kunnen voldoen zal dit voor veel situaties inhouden dat de minimale eis vanuit het Bouwbesluit niet voldoende is. Om in te spelen op de steeds strengere eisen en de toekomstige ontwikkelingen (energieneutraal bouwen in 2020) heeft UNILIN een luchtdicht daksysteem ontwikkeld dat ruimschoots voldoet aan de hoogste luchtdichtheidsklasse.

Het Unilin Luchtdicht Daksysteem

Luchtdichte veer
Het luchtdichte daksysteem van UNILIN bestaat uit een gepatenteerde luchtdichte veer (afb . 1) waarmee de aansluiting van de langsnaden wordt afgedicht. De luchtdichte veer kan worden toegepast in dakelementen met een PIR langszijde, waarbij in de PIR een sponning (hxb = 13×29) is aangebracht (afb . 2). Door het plaatsen van het volgende dakelement, dat tevens is voorzien van een sponning, ontstaat de luchtdichte verbinding.

Doordat de luchtdichte veer (d=15 mm) ‘dikker’ is dan de hoogte van de sponning (h=13 mm) ontstaat een zeer hoge luchtdichting. Dit komt omdat de gladde foamlaag, die op de veer aanwezig is, tijdens het aanbrengen van de veer ‘gedwongen’ wordt om te comprimeren. De luchtdichting die ontstaat wordt niet veroorzaakt door ‘comprimering in dezelfde richting als de bevestigingsrichting’. Met als grote voordeel dat de dakelementen niet (met enorme kracht) tegen elkaar gedrukt hoeven te worden om luchtdichting te verkrijgen. Met ander woorden: wanneer de luchtdichte veer is aangebracht is men 100% zeker van een luchtdichte verbinding over de volledige lengte van de langsnaad.

Luchtdichte aansluiting muurplaat en nokgording
Voor de aansluiting van de dakelementen op de muurplaat en nokgording wordt een gladde foamtape op beide onderdelen aangebracht. De foamtape is extra breed, waardoor het omgezet kan worden en tijdens het monteren van de dakelementen niet kan “opstropen” (afbeelding 4- muurplaat aansluiting). Ditzelfde principe geldt voor de nokgording (afb .4).

Luchtdichte aansluiting kopgevel
Voor de aansluiting van de dakelementen op de kopgevel wordt een luchtdichte folie tegen de onderzijde van het dakelement geplakt. Deze folie wordt op het dakelement geplakt voordat het dakelement wordt gemonteerd (afbeelding 5). De folie wordt naar de binnenzijde van de wand omgeslagen, zodat deze in een later stadium luchtdicht kan worden aangebracht tegen de wand (bijv. inwerken in de pleisterlaag).